AdobeStock_39339755

Het koninklijk besluit van 11 september 2022 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 20 september 2022. Het treedt in werking op 1 oktober 2022. 

 

 

Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen van de codex betreffende de opdrachten van de preventieadviseurs – arbeidsartsen (PAAA):

 

1. Contact met de arbeidsongeschikte werknemer om deze te informeren over de mogelijkheden tot werkhervatting

  • Art I.4 71/1: De preventieadviseur-arbeidsarts, of zijn verpleegkundig personeel, informeert de arbeidsongeschikte werknemer zo snel mogelijk over de mogelijkheden bij werkhervatting, met inbegrip van de mogelijkheid om een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting te vragen of een re-integratietraject op te starten, met het oog op het faciliteren van werkhervatting via aanpassingen aan de werkpost en/of via aangepast of ander werk.
  • Art. I.4-4. § 3.: De werkgever neemt de nodige maatregelen om de preventieadviseur-arbeidsarts in kennis te stellen van elke arbeidsongeschiktheid van vier weken of meer, vastgesteld voor een werknemer die al dan niet onderworpen is aan het verplicht gezondheidstoezicht.

2. De aanvragen 

De PAAA start een re-integratietraject op, op vraag van de werknemer of de werkgever.

De adviserend arts (ziekenfonds of Medex) kan een re-integratietraject adviseren na een inschatting van de medische toestand van de werknemer.

De nieuwe aanvraagformulieren voor het re-integratietraject (door de werknemer en de werkgever) zijn beschikbaar op de site van Empreva:

3. De uitnodigingen

De PAAA nodigt de werknemer uit voor wie hij een aanvraag gekregen heeft.

Indien de werknemer de uitnodiging niet aanvaardt nadat hij 3 keer uitgenodigd is geweest met een tussentijd van minstens 14 kalenderdagen, wordt het re-integratietraject beëindigd. De adviserend arts en de werkgever worden hierover geïnformeerd.

4. De beslissingen

  • Beslissing A:
  1. Vaststelling dat de werknemer op termijn het overeengekomen werk zal kunnen hervatten, eventueel mits aangepast werk. 
  2. Voorwaarden en modaliteiten.
  • Beslissing B:
  1. Vaststelling dat de werknemer definitief ongeschikt is om het overeengekomen werk te verrichten, maar wel aangepast of ander werk kan uitvoeren.
  2. Voorwaarden en modaliteiten. 
  • Beslissing C: 
  1. Vaststelling dat het om medische redenen (voorlopig) niet mogelijk is om een re-integratiebeoordeling te doen,
  2. Berichtgeving dat het re-integratietraject afgesloten is en ten vroegste drie maanden na deze beslissing opnieuw gestart kan worden, behalve indien de preventieadviseur-arbeidsarts goede redenen heeft om af te wijken van deze termijn. 

5. De termijnen

  • Beslissing preventieadviseur-arbeidsarts: 49 kalenderdagen

  • Plan beslissing A: 63 kalenderdagen

  • Plan beslissing B: 6 maanden

  • Beroepstermijn: 21 kalenderdagen

décisions RI

 

 

 

 

 

6. Berichtgeving over het einde van het traject aan de werkgever en adviserend arts

Het traject is beëindigd op het moment dat de werkgever:

  • Door de preventieadviseur-arbeidsarts geïnformeerd is dat de werknemer de herhaalde uitnodigingen niet aanvaard heeft zoals vermeld in artikel I.4-73, § 2, met vermelding van de data en uitnodigingswijze;
  • Van de preventieadviseur-arbeidsarts het formulier voor de re-integratiebeoordeling heeft ontvangen met beslissing C;
  • Het gemotiveerd verslag (zie art. I.4-74 § 4) heeft overgemaakt aan de preventieadviseur-arbeidsarts en de werknemer ;
  • Aan de preventieadviseur-arbeidsarts het geweigerde re-integratieplan door de werknemer heeft overgemaakt (zie art. I.4-75 §1ste,2°)
  • Aan de preventieadviseur-arbeidsarts en de werknemer het door de werknemer goedgekeurde re-integratieplan heeft overgemaakt (zie art. I.4-75, 1ste §,1°).

7. Renforcement des obligations de l'employeur

  • De verplichtingen van de werkgever bij het onderzoeken van de mogelijkheden voor aangepast of ander werk en het opmaken van een re-integratieplan worden versterkt: hij moet hierbij maximaal rekening houden met de aanbevelingen van de preventieadviseur-arbeidsarts, met het collectief re-integratiebeleid en, in voorkomend geval, ook met het recht op redelijke aanpassingen voor personen met een handicap. De werkgever moet de werknemer ook de nodige toelichting verschaffen bij het aangeboden re-integratieplan. Als hij geen aangepast of ander werk kan aanbieden, moet de werkgever ook onderbouwd motiveren dat hij de mogelijkheden voor aangepast of ander werk ernstig heeft onderzocht.
  • Re-integratie heeft meer kans op slagen als ze ingebed is in een breder collectief kader op ondernemingsniveau, zodat alle actoren in de onderneming erbij betrokken zijn en er constructief aan meewerken. Bovendien kunnen uit de re-integratie-inspanningen vaak ook lessen getrokken worden op vlak van het ruimere welzijnsbeleid.
  • De rol van de werkgever bij re-integratie is ook fundamenteel. Voortaan moet de werkgever een document opmaken (en bezorgen aan het comité) met geanonimiseerde en veralgemeende elementen uit  opgemaakte re-integratieplannen en gemotiveerde verslagen.
  • De werkgever moet minstens de stappen vermelden die hij heeft ondernomen om ander of aangepast werk te zoeken, of om werkposten aan te passen, maar ook de redenen waarom er eventueel geen re-integratieplan kon worden aangeboden of het weigeringsmotief van een aangeboden re-integratieplan.
     

8. Bijzondere procedure in het kader van medische overmacht

De medische overmacht wordt losgekoppeld van het re-integratietraject. Dit artikel is nog niet in werking getreden. Het bestaande artikel 34 van de Arbeidsovereenkomstenwet blijft van toepassing.

Links